Hans van Spanning zoekt, voor de geschiedschrijving van de Athabascangroep, documentatie over de Abraham Lincolngroep, de voorloper van de Rudyard Kiplinggroep die in 1951 met de Athabascangroep fuseerde. Ook wil hij graag in contact komen met personen die in het bezit zijn van logboeken van de Athabascanhorde van 1946 tot november 1951. Reacties aan Hans van Spanning.
Inventarislijst van het archief van de scoutinggroep Athabascan te Hilversum.
1.) Inleiding
De Hilversumse scoutinggroep Athabascan werd in juni 1946 opgericht. De naam was ontleend aan een ? niet nader getraceerd ? boek over een Indianenstam uit Canada. De Athabascangroep is een afsplitsing van de na de oorlog sterk gegroeide Celliersgroep.* Op 1 oktober 1946 werd de Athabascangroep officieel geregistreerd. Ze bestond uit een horde (welpen) en een troep (verkenners). De horde vond tot begin 1948 onderdak bij de Celliersgroep aan de Ceintuurbaan. Daarna kreeg zij de beschikking over een tweede garage aan de Jacobus Pennweg, gelegen naast de garage die de troep in gebruik had. In oktober 1951 kwam een fusie tot stand tussen de Athabascangroep en de in een troephuis aan het Tienhovens Kanaal gevestigde verkenners van de Rudyard Kiplinggroep. Hierbij werd de naam Rudyard Kipling-groep aangenomen. In januari 1954 werden de scoutingactiviteiten voortgezet onder de naam Athabascangroep. In 1959 moesten de garages aan de Jacobus Pennweg worden verlaten in verband met nieuwbouwplannen en wegenaanleg. Na diverse omzwervingen kregen de Athabascan-welpen en de rowans in 1998 onderdak in het door de Athabascangroep zelf gebouwde clubhuis 't Zakmes aan de Kolhornseweg. De verkenners maken nog steeds gebruik van het troephuis aan het Tienhovens kanaal. Op 1 september 2001 vierde de Athabascangroep haar 55-jarig bestaan met een druk bezochte reünie. Bij die gelegenheid waren diverse stukken uit het archief tentoongesteld. Tevens hadden enkele reünisten materiaal meegenomen. In overleg met het bestuur nam het oud Athabascanlid H. van Spanning de ordening en inventarisatie van dit archief op zich. Hans van Spanning, geboren 1940, kwam op 1 mei 1948 bij de welpen van de Athabascangroep. In januari 1953 ging hij als gids van nest wit over naar de verkenners. In het voorjaar van 1955 beëindigde hij, als APL van de Fazantenpatrouille, zijn actieve scoutingperiode.
2.) Samenstelling archief
De Athabascangroep bleek over een vrij uitgebreide collectie archivalia te beschikken. De kern van deze verzameling wordt gevormd door de papieren van de oud-akela Binnendijk. Mevrouw M. (Riet) Binnendijk, geboren 1925, kwam in 1950 als assistent welpenleidster (raksha) bij de Celliersgroep. In januari 1953 werd zij akela van de Athabascanhorde. In die functie volgde zij akela T. van der Kolk-van Eyk op, die vanaf 1946 bij de leiding van de horde was betrokken. Akela Binnendijk, die in het dagelijks leven onder meer administrateur op de Christelijke Huishoudschool te Hilversum isgeweest, was ruim 25 jaar bij scouting betrokken. Zij was onder meer afgevaardigde naar de Districtsraad van het district 't Gooi-Zuid en vertegenwoordiger van dit district in de landelijke Raad van Scouting. Naast de collectie-Binnendijk was er een groot aantal logboeken en andere archivalia uit de periode na 1975 aanwezig die in 't Zakmes werden bewaard. Naar aanleiding van de reünie kreeg de groep voorts de beschikking over een fraaie collectie logboeken uit de na-oorlogse periode van de Rudyard Kipling-groep. Deze stukken waren afkomstig van de oud hopman A.F.E. van Ancum en vaandrig B. van den Berg. Kort na de reünie droeg de heer Ernst uit Yde een aantal documenten en memorabilia aan de Athabascangroep over. Lex Ernst, geboren 1934 was als welp, verkenner en voortrekker actief bij de Celliers- en Athabascangroep. Als assistent patrouilleleider van de Sperwers maakte hij in 1950 het nationaal kamp in Ommen mee. Deze stukken zijn als 'collectie-Ernst' in het Athabascan-archief opgenomen. De memorabilia die de heer Ernst aanbood, onder andere de groepsdassen van de Athabascan- en Rudyard Kiplinggroep, zullen een plaats krijgen in het gebouw 't Zakmes. Tijdens de voorbereidingen voor de overdracht van het Athabascanarchief aan het streekarchief te Hilversum werd een aanvulling op de collectie-Binnendijk aangeboden. Vier foto-albums van akela Binnendijk zijn aan het archief toegevoegd. Het bestuur van de Athabascangroep heeft zes dozen met dia's en een zwemtrofee in bewaring genomen.
3.) Ordening van het materiaal
Het zwaartepunt van het archief ligt in de periode van 1946 tot 1970. Een deel van het Athabascan-archief uit de periode na 1970 bevindt zich bij een oud-assistent groepsleider in Schotland. Hij is momenteel bezig deze stukken te inventariseren [Dit materiaal is sinds 2012 in handen van Dhr. van Spanning - CTvW]. Deze situatie leidde tot de volgende opzet. De oudste stukken uit de periode 1955 zijn in doos I samengebracht. Hierbij bevinden zich onder meer de dossiers van de gezamenlijke Oudercommissie van de Athabascan- en Celliersgroep. Vervolgens zijn de logboeken van de Athabascan- en Rudyard Kipling-groep en de beschikbare documentatie uit de periodevanaf het optreden van akela Binnendijk in 1953 tot 1970 bijeengebracht in de dozen II t/m VIII. Met name tot 1958 bewaarde akela Binnendijk jaarlijks al haar stukken met betrekking tot scouting in één map. Nadien werkte zij veelal met mappen op diverse onderwerpen. Bij het ordenen van het materiaal is deze opzet gehandhaafd. Vooralsnog zijn geen mappen aangetroffen over de jaren 1962 tot en met 1965. De documentatie en de logboeken uit de periode na 1970 zijn verzameld in de dozen IX tot en met XII. In de dozen XIII en XIV zijn de stukken samengebracht die betrekking hebben op de bestuurlijke en financiële aangelegenheden van de Athabascangroep. Hierna volgen in de dozen XV t/m XVII de aangetroffen stukken inzake het landelijk-, het gewestelijk- en het districtsbestuur. Hierbij bevond zich onder meer een uitvoerig dossier over de jaren 1962 tot 1975 van de toenmalige penningmeester van het district 't Gooi Zuid. In doos XVIII zijn diverse dossiers bijeengebracht die betrekking hadden op bijzondere onderwerpen. Dit betreft in de eerste plaats diverse commissies, zoals het landelijk beraad van (protestantse) X-groepen. Daarnaast zijn een groot aantal in het archief gevonden spelinstructies samengevoegd alsmede afzonderlijk aangetroffen mappen over diverse zomerkampen. Hierbij dient te worden aangetekend dat zich in diverse documentatiemappen eveneens gegevens over zomerkampen bevinden. Onder het aangetroffen materiaal bevond zich een groot aantal boeken, brochures en tijdschriften. Bij het rubriceren van de boeken werd een globale verdeling gemaakt. Hierbij zijn met name de publicaties m.b.t. sterinsigne- en klasse-eisen bij elkaar gebracht. Van de aangetroffen tijdschriften zijn met name de bladen bewaard van het district 't Gooi-Zuid en de via een ruilabonnement, begin jaren zestig, ontvangen bladen van enkele andere groepen uit Hilversum en omgeving. Van het blad van Athabascan 'De Boemerang' werden relatief weinig exemplaren, uit begin jaren zestig, aangetroffen. De aanwezige nummers zijn geplaatst in doos XXIV. In deze doos heeft ook de collectie-Ernst een plaats gekregen. Diverse verspreid aangetroffen stukken zijn in doos XXIII opgeborgen. De kort voor de overdracht verkregen foto-albums van akela Binnendijk zijn geplaatst in de dozen XXV en XXVI. Tenslotte zijn onder nummer XXVII in een kartonnen koker een drietal posters gestopt die in de collectie werden aangetroffen.
4.) Betekenis van het archief
Het archief van de Athabascangroep geeft een interessant beeld van de activiteiten van een Gooise scouting-groep in de jaren 1945 tot 1970. De veranderingen in het werk van scouting die in de jaren zeventig hun beslag kregen, worden zichtbaar in de beschikbare documenten van het district 't Gooi-Zuid en de landelijke Raad van Scouting. Het scouting-werk in de jaren zeventig tot eind jaren negentig krijgt gestalte in de diverse logboeken. Wellicht kan de kennis van de Athabascangroep nog worden uitgebreid als het archief in de toekomst wordt aangevuld met documenten die zich thans nog bij oud-leden bevinden.